Het trainingsprogramma

Bekijk hier het trainingsprogramma

Het trainingsprogramma is gebaseerd op een jaarplan wat uit vier periodes bestaat. Er zijn twee zomerperiodes en twee winterperiodes. Elke periode heeft een bepaalde opbouw in weken. Uiteindelijk kom je dan tot een week- en zelfs dagplanning.

Voorbereidingsperiode 1 (VP1)

VP1 is de periode tot de zomervakantie. Het doel van deze periode is om aan de basis te werken. Denk hierbij aan het opdoen van basis-uithoudingsvermogen, basistechniek (coordinatie, houding, balans, lenigheid, evenwicht, core stability, looptechniek) en basiskracht. We doen dit door een skeelertraining, twee fysieke trainingen, een fietstraining en het zelf fietsen.

Voorbereidingsperiode 2 (VP2)

VP2 is de periode na de zomervakantie tot de start van het schaatsseizoen. Het doel is de opgebouwde basis te onderhouden en snelheid, kracht-uithoudingsvermogen en specifieke schaatstechniek te verbeteren. We doen dit we met dezelfde trainingen als in voorbereidingsperiode 1, maar met andere inhoud van de schema’s. Aan het einde van VP2 gaan we schaatsen op ijsbanen die eerder open zijn dan die in Tilburg.

Wedstrijdperiode 1 (WP1)

WP1 is de eerste helft van het schaatsseizoen. De planning moet dan altijd bijgesteld worden, omdat we dan pas het wedstrijdprogramma kennen. In deze periode wordt heel specifiek getraind. De krachttraining is meer gericht op maximaalkracht. We werken aan de schaatstechniek en snelheid op het ijs. Uiteraard onderhouden we wat we in de zomer hebben opgebouwd. We hebben twee of drie schaatstrainingen, een fysieke training èn het wordt van je verwacht dat je zelf 1,5 tot 2 uur per week fietst. In deze periode vind je vooral veel trainingswedstrijden, maar ook kwalificatiewedstrijden.

Wedstrijdperiode 2 (WP2)

WP2 is de tweede helft van het schaatsseizoen. Het doel is om het maximale uit jezelf te halen. Dat doen we door toe te werken naar een piek. Dat betekent in de praktijk dat de intensiteit hoog is en dat we heel specifiek gericht op het schaatsen trainen.  Kracht heb je het hele jaar door genoeg opgebouwd en verlies je minder snel. Daarom bouwen we de krachttrainingen wat af. Het uithoudingsvermogen dat je in VP1 en VP2 hebt opgebouwd kan je na verloop van tijd wat verliezen. Daarom is het belangrijk dat je daar weer aan werkt, door weer wat meer te fietsen.

Periodisering

Bovenstaande vier periodes maken dus deel uit van de periodisering. Binnen de periodes is er weer onderscheid in de inhoud. De afwisseling van trainingsvormen, de hoeveelheid trainingsarbeid en de intensiteit zorgt voor prestatieverbetering. Daarom wisselen we volumeweken af met intensieve weken. Er zitten ook herstelweken in. In welke week je zit kan je zien in de weekplanning. Ik merk dat er wel eens misverstanden ontstaan over wat dat betekent. Dat leg ik op hoofdlijn uit:

  • Intensieve weken: In intensieve weken zijn er trainingen met een hoge intensiteit. Dat zijn korte maar zware inspanningen. Daar hoort bij dat je daar goed van moet herstellen. Er zit dus meer rust tussen de inspanningen en tussen de trainingen. We wisselen verschillende intensieve trainingsvormen af. Deze worden zo op elkaar afgestemd dat er een goede balans is tussen arbeid en rust.
  • Volumeweken: In volumeweken train je vooral je uithoudingsvermogen. Dat betekent dat de inspanningen langer duren maar minder intensief zijn. Deze inspanningen vragen verhoudingsgewijs minder rust tussen de inspanningen en tussen de trainingen. Dit wil niet zeggen dat er in een volumeweek geen enkele snelheidsoefening kan zitten, maar daar ligt niet de aandacht.
  • Herstelweken: De naam zegt het al. In herstelweken is er ruimte voor herstel. Dat betekent dat zowel de intensiteit als de duur van de inspanningen lager is. Dat betekent dat daar oefeningen in zitten die gericht zijn op lenigheid, techniek, houding en balans. De oefeningen die we doen leiden tot een goede doorbloeding van de spieren zodat je afvalstoffen beter kwijt raakt. Als je toewerkt naar een wedstrijdpiek hebben we vaak een herstelweek waarin we een klein aantal (flinke) prikkels inbouwen als wedstrijdvoorbereiding zonder dat je daar moe van wordt.